Verspreid door Nederland zijn er ten minste 39 organisaties die zich bezig houden met het behoud van oud spoorwegmaterieel. Vrijwel al die clubs worden gedragen door vrijwilligers. Voor de één is het alleen een doordeweeks avondje of een dagje in het weekend; voor de ander is het een fijne manier om de dagen van het pensioen te slijten. Binnen de spoorwegmusea tref je mensen van alle ‘soorten’, maar allen zijn ze gebonden door dit enthousiasme voor het spoorwegwezen. Iemand grapte: “het is een virus dat je ongemerkt oploopt en waar je nooit meer vanaf komt!”. In de spotlight staan meestal de prachtig opgepoetste stoomlocomotieven, de houten rijtuigen of de ronkende dieseltreinstellen. Bij het maken van deze fotoserie ben ik voorbij gegaan aan die spotlight en heb ik de werkplekken van de vrijwilligers opgezocht. Wat voor materialen worden er gebruikt en waar drinken ze samen koffie? Vrijwilliger zijn is immers meer dan alleen sleutelen. Het is een sociale aangelegenheid.
Deze fotoserie ben ik begonnen toen de oude locomotievenloods in Haarlem gesloopt werd. Ik heb zelf gedurende 10 jaar mijn vrije zaterdagen gespendeerd rond de treinen en in het gebouw, tot het moment dat er een brief binnenkwam waarin onze vereniging gesommeerd werd het terrein te verlaten. In de laatste dagen voor het gebouw met de grond gelijk gemaakt werd heb ik stillevens gemaakt van plekken die ik me wilde blijven herinneren. Vervolgens ben ik op zoek gegaan naar ‘collega-clubs’, om te kijken of ik diezelfde plekken kon vastleggen. Met open armen ben ik ontvangen bij de Elektrische Museumtramlijn in Amsterdam, de Museumbuurtspoorweg in Haaksbergen, de ZLSM in Simpelveld en de 2454 CREW in Roosendaal. Uit deze fotosessies is deze serie ontstaan, die ik in de komende jaren hoop uit te breiden. Hiermee wil ik de kijker een inkijkje bieden in de bijzondere wereld achter het opgepoetste koperwerk.